Rekenen en tekenen

Rondkomen met plaatjes

Toen ik begon als professioneel stripmaker besloot ik het meteen professioneel aan te pakken. Ik rekende uit op de achterkant van een sigarendoos wat ik aan stripopdrachten nodig zou hebben voor een regelmatig en vrij zorgeloos bestaan. (Het was natuurlijk niet echt de achterkant van een sigarendoos. Het was een spreadsheetprogramma. Ik vermoed de Apple-versie van Microsoft Excel. Die stond op de roze iMac die ik tweedehands had gekocht. Niet veel later stapte ik over op Apple Works.)

Ik kwam uit op: een dagstrip, een weekstrip en een maandstrip. De weekstrip werd in 2004 ‘Opa’ in Boerderij. De maandstrip werd – met enige goeie wil – de Donald Duck. De dagstrip liet nog even op zich wachten. Ik stuurde stroken in naar het Dagblad van het Noorden, zonder succes.

Dit stripje haalde al snel de achterpagina van DvhN, maar een vaste strook zat er niet in.

Lang leve het agentschap

Comic House maakt dromen waar

Eind 2006 kwam van Comic House het verzoek of ik een dagstrip wilde verzinnen voor publicatie in het Algemeen Dagblad. Daar had ik wel oren naar. Het moest allemaal op vrij korte termijn. In een achternamiddag verzon ik het personage Eef, eigenaar van evenementenbureau Eefenement. Ik vond dat het AD wel een strip over een ondernemer verdiende.

Het AD wilde de strip wel. Hoera! Elke woensdag leverde ik 6 stroken in voor de volgende week. Eef ging pokeren, ontmoette een waarzegster, ging op bedrijfsuitje en leed daarbij schipbreuk, viel uit een boom, kortom: maakte heel wat mee. Op een gegeven moment had ik de routine goed te pakken en kreeg de strip steeds meer vorm. De reacties uit het land waren ook positief.

Deze strip had ik nog heel lang willen en kunnen maken.

De eerste schetsen van Eef.
De eerste aflevering van Eefenement.
Aankondiging van de overzichtstentoonstelling in de lokale pers.

Aan alles komt een einde

Van dagtaak naar bundel

Tegen het einde van 2007 liet Comic House mij weten dat het AD niet verder wilde met Eefenement. Nog even is overwogen om het tekenwerk over te laten nemen door Mars Gremmen, maar dat experiment was geen succes. Het grote dagstripavontuur duurde slechts een jaar. Voor mij was de kous daarmee af.

Jean-Marc van Tol – bekend van Fokke & Sukke – was net zijn uitgeverij Catullus begonnen, en bood mij aan om een selectie van stroken te bundelen. Dat liet ik mij geen twee keer zeggen, maar dan wel onder mijn voorwaarden! (Alstublieft?) Ik wilde graag alle stroken in het boek, en ik wilde ze graag per week op twee bladzijdes naast elkaar. Dat mocht. (Dank u wel!)

Tijdens een overzichtstentoonstelling ter gelegenheid van mijn vijfjarig bestaan werd het boek gepresenteerd. Sindsdien is het stil rond Eef. Af en toe duikt hij op als invaller in een krant of een andere strip. Mijn twintigjarig bestaan leek mij een mooie gelegenheid om hem weer eens op te poetsen.

Signeren tijdens de opening van de expositie in 2008.