Lidgenoten

Kom bij de club

De stripmakerij is een eenzaam beroep. Nou heb ik niet zo snel last van eenzaamheid – ik kan heel goed alleen zijn – maar het is toch fijn om ergens bij te horen. Je komt nog eens ergens en je ziet nog eens iemand. Al vrij snel nadat ik begonnen was met professioneel stripmaker zijn werd ik benaderd door de VOIC. Of ik daar geen lid van wilde worden. Dat werd ik. De VOIC organiseerde borrels, lezingen en gezamenlijke projecten. Zo heb ik onder andere twee keer een bijdrage mogen leveren aan een kinderboek. Was anders nooit gebeurd.

Daarnaast kwam de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers in beeld. Ontstaan uit de eenvoudige vraag: “Waarom is er geen beroepsvereniging voor stripmakers?” Ik ben bij de oprichting betrokken geweest en mocht later nog 4 jaar penningmeester zijn.

Pagina 34 van de wisselstrip van de VOIC, gemaakt door de leden. Ik weet niet meer wat er aan vooraf ging of wat er na kwam.

Een bijeenkomst van de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers. Foto: Erwin Suvaal.

Een artikel in het Dagblad van het Noorden naar aanleiding van mijn benoeming tot Stripmaker des Vaderlands.

BNS?

BNO!

De BNS was met haar kleine 100 leden toch wat te beperkt in haar invloed en is opgegaan in de grotere en daadkrachtigere BNO: Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers. Stripmakers zijn immers ook ontwerpers. De illustratoren hadden al eerder dezelfde route bewandeld: klein onderling beginnen en later opgaan in het grote geheel. Van de website van BNO:

“De BNO is er voor professionele ontwerpers in alle disciplines, in alle fasen van hun carrière en hoe ze ook zijn georganiseerd: als student, eenling, als bureau, in een coöperatie of bij een bedrijf. De BNO zorgt voor kennis, inspiratie en groei, helpt met deskundig advies, matcht ontwerpers en hun bureaus met vakgenoten en andere relevante professionals, en is de stem van ontwerpers richting opdrachtgevers en politiek.”

En toen mocht ik mezelf opeens Stripmaker des Vaderlands noemen. De stichting aaStrips had me gevraagd voor de functie, en zei volmondig “Ja!”. Met als toevoeging: “Iemand moet het doen.” Het is belangrijk dat stripmakers – net als alle andere beroepsgroepen – hun stem laten horen.

Waar ik nog wel het meest trots op ben is op het succes van ‘de dag van de stripmaker’. Die is twee keer gehouden hier om de hoek in Coevorden. Onderling praten en luisteren over het vak, in een prettige omgeving met versnaperingen. Daar mag je mij voor wakker maken.

‘De dag van de stripmaker’ in 2022 in Theater Hofpoort @De Fabriek in Coevorden. Foto: Melanie Kranenborg.