Net als vroeger

Hier heeft niemand om gevraagd

Het is begin 2014. Ik bedenk me dat ik wel weer eens alleen voor de lol en alleen voor mezelf een stripverhaal wil maken. Iets autobiografisch, over mijn vroegste jeugd. Dan hoef ik niks te verzinnen. Dingen verzinnen voor anderen doe ik altijd al.

Vanaf dat moment schrijf, teken en kleur ik elke week, meestal op zondagochtend, 1 pagina van het stripverhaal met de werktitel ‘Broertje’. Zo noemde iedereen mij als kind.

Een eenvoudig en vast stramien voor elke pagina lijkt mij wel handig. Als basis neem ik 2 bij 3 vierkante plaatjes. Gaandeweg kom ik op het idee om elke pagina een uniek stramien te geven. Zo rond pagina 20 zoek ik uit hoeveel verschillende stramienen er kunnen bestaan. Dat blijken er 74 te zijn. Ik weet genoeg: het verhaal gaat 74 pagina’s lang worden.

In de zomer van 2015 heb ik niet geheel onverwacht een afgerond verhaal. Een boek, of iets anders, van laten maken? Eerst maar eens lang nadenken over hoe ik het wil hebben. Ik zit te dromen van een luxe doos met losse vellen. Misschien later.

Toch een boek. Het lijkt me wel toepasselijk om een oplage van 74 te doen. Niet in de winkel te koop, alleen bij mij af te halen. Op een beurs of thuis. Teken ik in het lege vierkantje op het titelblad nog iets passends. En dan is het af.

– – –

Bovenstaande tekst is het nawoord van Broertje deel 1: Evert. Een eenmalige strip en een eenmalige ervaring. Was de bedoeling.

Maar lieft 75 kakelverse exemplaren Broertje werden er bezorgd.

Het papier ontstegen

Multimediale interactieve tijdgebonden ervaring

Het boek werd gepresenteerd in jeugdsoos Flophouse in Toldijk. Het werd bijzonder. Ik had niet gedacht dat zomaar wat gekrabbelde hersenspinsels zoveel weerklank zouden kunnen vinden. Hier was de strip groter dan het boek. Het was de aanleiding tot een gezellige en betekenisvolle avond. Dat gevoel hoop ik nog vaker te kunnen hebben.

Onderstaande tekst is het nawoord van Broertje deel 2: Wittebrink.

– – –

Op de avond van de presentatie van deel 1 van Broertje werd me zowaar zomaar een verhaal voor deel 2 aangereikt. Want dat had ik niet. Alleen maar dingen die ik nog niet had getekend, maar me nog wel herinnerde. Nu hoorde ik iets wat ik me niet herinnerde, maar wat mooi kon dienen als kop en staart.

Januari 2017, 3 jaar na deel 1, begon ik met deel 2. Deze keer niet in een wekelijks schema, maar gewoon wanneer ik tijd en zin had. Dat bleek toch minder goed te werken. Soms lag het werk wekenlang stil. November 2018 ben ik weer in het keurslijf gekropen, en in april 2019 tekende ik de laatste pagina.

Opnieuw heeft elke pagina een uniek stramien, en opnieuw is het boekje daardoor 74 pagina’s. Ik heb wel de oplage verdubbeld: 148. Als ik op deze voet verder ga heeft deel 3 een oplage van 222. Dat vind ik zo’n mooi getal dat ik het waarschijnlijk daar wel bij ga laten. Ik heb trouwens genoeg te tekenen voor nog een deel, maar nog geen verbindend verhaal.

Wat me na die 222 pagina’s wel leuk lijkt is een omnibus laten drukken op groot formaat en dik papier. Zodat het er uit ziet als een prentenboek. Met 4 pagina’s per pagina. Dat noem ik dan ‘De grote Broertje.’ En dan is het af.

Maar zo eindigde het nawoord van deel 1 ook: “En dan is het af.” Dus dat zegt niks.

– – –

Broertje 1 was in een mum van tijd uitverkocht, van Broertje 2 heb ik nog een stuk of wat exemplaren. Af en toe neem ik ze mee als ik striptekenles geef om te laten zien hoe ik met pen en inkt een tekeningetje maak.

De overhandiging van Broertje deel 1: Evert aan Evert.