Toespraak

Toen mij gevraagd werd of ik Stripmaker des Vaderlands wilde worden was ik zo trots als een koe met zeven uiers.

Dat zijn 28 spenen.

De reden voor die trots is simpel. Stripmaker des Vaderlands is geen prijs. Een prijs krijg je meestal achteraf.

Stripmaker des Vaderlands is een titel. Die krijg je vooraf. Een blijk van vertrouwen met verwachtingen.

Niet de afgeladen hooiberg, maar de vers geploegde akker.

Niet de 100.000 liter koe, maar de veelbelovende fokstier.

Dit waren de berichten voor land- en tuinbouw.

Nadat ik “ja” had gezegd kwam de vervolgvraag. Wat worden je speerpunten? En het mooie was: daar mocht ik best een persoonlijke invulling aan geven.

Ik heb er 3.

1

Toen ik nog klein was stond ik elke woensdagmiddag met de karbies in mijn knuistjes aan de Russerweg in Toldijk te wachten op de komst van de bibliobus.

Asterix, Kuifje en Suske en Wiske …

… waren meestal al uitgeleend, en zo kwam ik in aanraking met onder andere het werk van Hermann (twee ennen), de Indianenreeks van Hans Kresse, de ongekleurde albums van Oberon en Philemon.

Tegenwoordig loop ik elke zaterdag met de karbies in mijn knuistjes naar de bibliotheek aan de haven in Coevorden. Om reserveringen op te halen, en om te kijken of ik nog met iets onverwachts thuis kan komen.

Margreet – Stripmaker des Vaderlands – heeft voor het middelbaar onderwijs een Graphic Novel leeslijst gepubliceerd. Het eerste wat ik deed was al die boeken on line reserveren bij de bibliotheek. Met de meeste lukte dat niet. Dat is jammer, want voor miljoenen mensen, waaronder jongelui, is de bibliotheek de toegangspoort tot informatie, waaronder strips.

Meer strips en meer belangstelling voor strips in bibliotheken, daar wil ik mij op richten. Volgend jaar ga ik eerst maar eens wat feiten en cijfers opvragen, en dan kijken we van daaruit verder.

Een paar cijfers weet ik al. Ik ben als auteur aangesloten bij de LIRA. Daardoor krijg ik elk jaar een overzicht van uitleningen. Het boek “De spannendste avonturen van Donald Duck 13” is in 2019 5.165 keer uitgeleend. Mijn eigen boek “Je eeft maar 1 keer” 2 keer. Een stijging van 100 procent lijkt me haalbaar.

2

Ik ben vier jaar lang penningmeester geweest van de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers, en in die periode is er 3 keer een BNS-ledendag gehouden. Een prettige locatie, een lekker hapje eten, een spreker, en met collega’s filosoferen over strips. Meer is daarvoor niet nodig.

Zoiets, maar dan een tikkeltje groter opgezet. Meer sprekers. Stripmakers onder elkaar. Dat zou ik wel eens mee willen maken. Publiek is ook welkom. Een goed verhaal over – of rondom – strips is voor velen minstens zo interessant als de strips zelf.

Een kleine waarschuwing: als ik ook maar één stripmaker achter een scheef marktkraam op een wankele stoel een album zie signeren, dan is wat mij betreft de opzet mislukt.

De werktitel is “De dag van de stripmaker”, en ik mik op de zomer van 2022.

3

De meeste strips mikken op een groot publiek. Ikzelf hou van strips die gemaakt zijn voor een klein publiek. Elk vakblad, regionaal krantje en nieuwsbrief blader ik door op zoek naar die ene strip die bij wijze van spreken alleen grappig is als je schoorsteenveger bent, halsbandparkieten houdt of in Medemblik woont. 

Ikzelf maak nu al ruim 15 jaar de strip Opa voor boeren, het grootste kleine publiek van Nederland.

Afgelopen dinsdag stond in Boerderij een aflevering waarin Opa de werkers op het land eten moet brengen. Hij krijgt instructies over waar ze zijn:

“Ze zijn achter op de dreef naast dat stuk langs het bos waar Kemper de melkkeet had.”

Opa weet precies waar dat is. Maar de later ingeschakelde bezorgdiensten dwalen vruchteloos door de polder.

Een reactie van een lezer op Facebook luidde als volgt:

“Zo voelde ik mij serieus toen ik net op de boerderij was en met de koffie naar het land werd gestuurd.”

Dat soort reacties, daar doe ik het voor. Dan krijg ik er spontaan een uier bij.

Graag wil ik al die strips die gemaakt worden voor een klein publiek onder de aandacht brengen van … het grote publiek. We gaan deze onbekende zeer beminde pareltjes opduiken, oppoetsen en bundelen. Dat wil zeggen: ik denk nu dat dit hele traject gaat uitmonden in een bloemlezing in 2023. De titel van het boek wordt: “Strip, het meest veelzijdige stukje lees. Strip!”

Dat zijn mijn drie punten. Ten tijde van de BNS hadden we als bestuur regelmatig wilde ideeën. Allemaal keurig genotuleerd. Daar zitten mogelijk nog verborgen schatten. Kom ik in januari op terug.

Misschien maak ik aan het eind een ambtsverslag. Margreet doet dat in vorm van het boek “Strip Holland Strip”. Je krijgt daar ook bewerkte blootfoto’s bij. Die noemt ze bloto’s. Dat ga ik niet doen. Misschien wel foto’s, maar dan met kleren aan. Die noem ik dan kloto’s.

Ongeveer tien jaar geleden stond op de flyer van de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers de volgende tekst:

“De strip in Nederland kent een rijke geschiedenis, een dynamisch heden en een veelbelovende toekomst. Strip is alomtegenwoordig. Strips zijn te zien in kranten, tijdschriften, boeken en musea, op websites, als ‘app’ en verfilmd. Volop kansen, uitdagingen en vragen voor stripmakers.”

En daarmee voor de Stripmaker des Vaderlands. Ik ben heel blij dat ik het niet alleen hoef te doen. In de gesprekken met het bestuur was dat snel te merken. Iemand riep iets geks, en iemand kende dan wel iemand zus of zo die daar meer van wist. Zo kom je verder.

Stripmaker des Vaderlands is niet één persoon.

Het is als het ware een schip waar ik drie jaar het boegbeeld van ben.

Of misschien wel een vloot waar ik drie jaar het vlaggeschip van ben.

Dit waren de berichten voor de scheepvaart.

Dames en heren. Ik dank het bestuur voor het vertrouwen. Laten we er samen een mooie drie jaar van maken. Graag uw aandacht – de komende drie maanden – voor Margreet de Heer. Ik zie u terug in het nieuwe jaar. Praten we dan verder.

Aju.

Deel dit bericht

Toespraak

Toen mij gevraagd werd of ik Stripmaker des Vaderlands wilde worden was ik zo trots als een koe met zeven uiers.

Dat zijn 28 spenen.

De reden voor die trots is simpel. Stripmaker des Vaderlands is geen prijs. Een prijs krijg je meestal achteraf.

Stripmaker des Vaderlands is een titel. Die krijg je vooraf. Een blijk van vertrouwen met verwachtingen.

Niet de afgeladen hooiberg, maar de vers geploegde akker.

Niet de 100.000 liter koe, maar de veelbelovende fokstier.

Dit waren de berichten voor land- en tuinbouw.

Nadat ik “ja” had gezegd kwam de vervolgvraag. Wat worden je speerpunten? En het mooie was: daar mocht ik best een persoonlijke invulling aan geven.

Ik heb er 3.

1

Toen ik nog klein was stond ik elke woensdagmiddag met de karbies in mijn knuistjes aan de Russerweg in Toldijk te wachten op de komst van de bibliobus.

Asterix, Kuifje en Suske en Wiske …

… waren meestal al uitgeleend, en zo kwam ik in aanraking met onder andere het werk van Hermann (twee ennen), de Indianenreeks van Hans Kresse, de ongekleurde albums van Oberon en Philemon.

Tegenwoordig loop ik elke zaterdag met de karbies in mijn knuistjes naar de bibliotheek aan de haven in Coevorden. Om reserveringen op te halen, en om te kijken of ik nog met iets onverwachts thuis kan komen.

Margreet – Stripmaker des Vaderlands – heeft voor het middelbaar onderwijs een Graphic Novel leeslijst gepubliceerd. Het eerste wat ik deed was al die boeken on line reserveren bij de bibliotheek. Met de meeste lukte dat niet. Dat is jammer, want voor miljoenen mensen, waaronder jongelui, is de bibliotheek de toegangspoort tot informatie, waaronder strips.

Meer strips en meer belangstelling voor strips in bibliotheken, daar wil ik mij op richten. Volgend jaar ga ik eerst maar eens wat feiten en cijfers opvragen, en dan kijken we van daaruit verder.

Een paar cijfers weet ik al. Ik ben als auteur aangesloten bij de LIRA. Daardoor krijg ik elk jaar een overzicht van uitleningen. Het boek “De spannendste avonturen van Donald Duck 13” is in 2019 5.165 keer uitgeleend. Mijn eigen boek “Je eeft maar 1 keer” 2 keer. Een stijging van 100 procent lijkt me haalbaar.

2

Ik ben vier jaar lang penningmeester geweest van de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers, en in die periode is er 3 keer een BNS-ledendag gehouden. Een prettige locatie, een lekker hapje eten, een spreker, en met collega’s filosoferen over strips. Meer is daarvoor niet nodig.

Zoiets, maar dan een tikkeltje groter opgezet. Meer sprekers. Stripmakers onder elkaar. Dat zou ik wel eens mee willen maken. Publiek is ook welkom. Een goed verhaal over – of rondom – strips is voor velen minstens zo interessant als de strips zelf.

Een kleine waarschuwing: als ik ook maar één stripmaker achter een scheef marktkraam op een wankele stoel een album zie signeren, dan is wat mij betreft de opzet mislukt.

De werktitel is “De dag van de stripmaker”, en ik mik op de zomer van 2022.

3

De meeste strips mikken op een groot publiek. Ikzelf hou van strips die gemaakt zijn voor een klein publiek. Elk vakblad, regionaal krantje en nieuwsbrief blader ik door op zoek naar die ene strip die bij wijze van spreken alleen grappig is als je schoorsteenveger bent, halsbandparkieten houdt of in Medemblik woont. 

Ikzelf maak nu al ruim 15 jaar de strip Opa voor boeren, het grootste kleine publiek van Nederland.

Afgelopen dinsdag stond in Boerderij een aflevering waarin Opa de werkers op het land eten moet brengen. Hij krijgt instructies over waar ze zijn:

“Ze zijn achter op de dreef naast dat stuk langs het bos waar Kemper de melkkeet had.”

Opa weet precies waar dat is. Maar de later ingeschakelde bezorgdiensten dwalen vruchteloos door de polder.

Een reactie van een lezer op Facebook luidde als volgt:

“Zo voelde ik mij serieus toen ik net op de boerderij was en met de koffie naar het land werd gestuurd.”

Dat soort reacties, daar doe ik het voor. Dan krijg ik er spontaan een uier bij.

Graag wil ik al die strips die gemaakt worden voor een klein publiek onder de aandacht brengen van … het grote publiek. We gaan deze onbekende zeer beminde pareltjes opduiken, oppoetsen en bundelen. Dat wil zeggen: ik denk nu dat dit hele traject gaat uitmonden in een bloemlezing in 2023. De titel van het boek wordt: “Strip, het meest veelzijdige stukje lees. Strip!”

Dat zijn mijn drie punten. Ten tijde van de BNS hadden we als bestuur regelmatig wilde ideeën. Allemaal keurig genotuleerd. Daar zitten mogelijk nog verborgen schatten. Kom ik in januari op terug.

Misschien maak ik aan het eind een ambtsverslag. Margreet doet dat in vorm van het boek “Strip Holland Strip”. Je krijgt daar ook bewerkte blootfoto’s bij. Die noemt ze bloto’s. Dat ga ik niet doen. Misschien wel foto’s, maar dan met kleren aan. Die noem ik dan kloto’s.

Ongeveer tien jaar geleden stond op de flyer van de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers de volgende tekst:

“De strip in Nederland kent een rijke geschiedenis, een dynamisch heden en een veelbelovende toekomst. Strip is alomtegenwoordig. Strips zijn te zien in kranten, tijdschriften, boeken en musea, op websites, als ‘app’ en verfilmd. Volop kansen, uitdagingen en vragen voor stripmakers.”

En daarmee voor de Stripmaker des Vaderlands. Ik ben heel blij dat ik het niet alleen hoef te doen. In de gesprekken met het bestuur was dat snel te merken. Iemand riep iets geks, en iemand kende dan wel iemand zus of zo die daar meer van wist. Zo kom je verder.

Stripmaker des Vaderlands is niet één persoon.

Het is als het ware een schip waar ik drie jaar het boegbeeld van ben.

Of misschien wel een vloot waar ik drie jaar het vlaggeschip van ben.

Dit waren de berichten voor de scheepvaart.

Dames en heren. Ik dank het bestuur voor het vertrouwen. Laten we er samen een mooie drie jaar van maken. Graag uw aandacht – de komende drie maanden – voor Margreet de Heer. Ik zie u terug in het nieuwe jaar. Praten we dan verder.

Aju.