De zomer is een vreemde tijd. Enerzijds gooit half Nederland het bijltje er bij neer en zijn er geen strips of illustraties nodig, anderzijds heeft de andere helft van Nederland opeens strips en illustraties nodig. Omdat ik nooit op vakantie ga heb ik tijd voor andere dingen of kan ik invallen voor collega’s.

Eén ander ding is dat ik een artikel probeer te schrijven voor De Ganseveer, het tijdschrift van de Historische Vereniging Coevorden. Voor wat betreft vrolijke avonturen met eenden, kippen of Sinterklaas ken ik ondertussen het klappen van de zweep, maar onderzoek is andere koek. De raadsels aangaande het gebruik van het etablissement achter ons – dat onder andere bekend heeft gestaan onder de naam hotel Van der Aa –  stapelen zich op. Ik maak me op voor een hoop rectificaties.

Een ander ander ding is dat ik bordspellen probeer te spelen. Het liefst doe ik dat in gezelschap, maar tegenwoordig zijn er bordspellen die alléén spelen mogelijk en niet onaangenaam maken. Momenteel speel ik af en toe Onoda, het verhaal van een Japanse soldaat op een eiland die na de oorlog denkt dat de oorlog nog niet is afgelopen. Ik kan het geld aardig goed in de zak houden als het om bordspellen – of wat dan ook – gaat, maar in dit geval viel ik voor het tekenwerk van stripmaker Javi de Castro.

Dus deze keer geen nieuw werk van mij. Volgende keer beter.