Gerjan Willems vraagt …
27 juni 2005
“beste meneer Roozen, wij hebben voor het vak nederlands een opdracht gekregen om een werkstuk en een presentatie te doen over een strip. het leek ons wel leuk om dat over “opa” te doen. in het werkstuk moet ook informatie over de schrijfer komen en het was wel een goed idee om dat via een intervieuw te doen. het zijn maar 10 vragen, wilt u ze alstublieft zo snel mogelijk beantwoorden. m.v.g. Gerjan Willems”
Hieronder de vragen en de antwoorden:
1. Wat is uw naam?
Herman Roozen
2. Wat heeft u voor een beroep?
Striptekenaar en -schrijver
3. Wilde u dat ook worden toen u klein was of had u andere plannen?
Toen ik klein was wist ik niet wat ik wilde worden. Pas toen de computer kwam wist ik het: iets met computers. Dat heb ik tien jaar gedaan, daarna ben ik striptekenaar geworden.
4. Is het tekenen van strips een hobby van u of verdient u er ook uw geld mee?
Het is begonnen als hobby, later werd het een bijverdienste. Tegenwoordig is het mijn enige bron van inkomsten.
5. Tekent u nog meer strips behalve Opa?
Ja.
6. Zo ja, kunt u daar ook iets meer over zeggen?
Er staat nog een stripserie IDfamily van me op de website myID.nl. Ik teken ook nog een stripje voor een personeelsblad van een energieleverancier. Binnenkort maak ik een stripje voor een e-mail-nieuwsbrief van een softwarebedrijf. Wat ik veel meer doe is schrijven voor anderen. Ik heb afleveringen geschreven voor Jan, Jans en de kinderen, Dirkjan, Donald Duck, Kort en Triest en De Red@ctie. Daarnaast schrijf ik voor het blad Okki en het TV-programma Sesamstraat.
7. Welke strips leest u zelf het liefst?
Ik lees elke strip die ik tegenkom, maar het meest kan ik genieten van Asterix en Lucky Luke.
8. Hoe komt u steeds op nieuwe ideeën voor uw strips? Of bedenkt iemand anders die?
Ik bedenk al mijn strips zelf, en ik bedenk strips voor anderen. Meestal begin ik met een onderwerp, bijvoorbeeld “Nieuwe aardappelen”. En dan begin ik gewoon na te denken over wat daarmee kan gebeuren net zolang tot ik iets grappigs daarmee bedacht heb. (“Opa koopt nieuwe aardappelen van een andere boer om ze zelf te kunnen verkopen”) Maar alleen de grap is nog niet genoeg, daarna moet ik bedenken hoe ik de grap het beste kan vertellen.
9. Voor welke doelgroep maakt u vooral strips?
Elke strip wordt gemaakt voor de lezers van het blad waar de strip in staat.
10. Hoe lang bent u gemiddeld bezig met een strip van 1 A4?
Een Opa-strip kan ik bedenken, schetsen, inkten en inkleuren in 1 dag, als het moet. Maar meestal ben ik er 2 tot 3 dagen mee bezig. Tussendoor bedenk ik dan strips voor anderen, of ik doe de was, of ik haal de kinderen van school, of ik zit gewoon wat te niksen.
Gerjan Willems vraagt …
27 juni 2005
“beste meneer Roozen, wij hebben voor het vak nederlands een opdracht gekregen om een werkstuk en een presentatie te doen over een strip. het leek ons wel leuk om dat over “opa” te doen. in het werkstuk moet ook informatie over de schrijfer komen en het was wel een goed idee om dat via een intervieuw te doen. het zijn maar 10 vragen, wilt u ze alstublieft zo snel mogelijk beantwoorden. m.v.g. Gerjan Willems”
Hieronder de vragen en de antwoorden:
1. Wat is uw naam?
Herman Roozen
2. Wat heeft u voor een beroep?
Striptekenaar en -schrijver
3. Wilde u dat ook worden toen u klein was of had u andere plannen?
Toen ik klein was wist ik niet wat ik wilde worden. Pas toen de computer kwam wist ik het: iets met computers. Dat heb ik tien jaar gedaan, daarna ben ik striptekenaar geworden.
4. Is het tekenen van strips een hobby van u of verdient u er ook uw geld mee?
Het is begonnen als hobby, later werd het een bijverdienste. Tegenwoordig is het mijn enige bron van inkomsten.
5. Tekent u nog meer strips behalve Opa?
Ja.
6. Zo ja, kunt u daar ook iets meer over zeggen?
Er staat nog een stripserie IDfamily van me op de website myID.nl. Ik teken ook nog een stripje voor een personeelsblad van een energieleverancier. Binnenkort maak ik een stripje voor een e-mail-nieuwsbrief van een softwarebedrijf. Wat ik veel meer doe is schrijven voor anderen. Ik heb afleveringen geschreven voor Jan, Jans en de kinderen, Dirkjan, Donald Duck, Kort en Triest en De Red@ctie. Daarnaast schrijf ik voor het blad Okki en het TV-programma Sesamstraat.
7. Welke strips leest u zelf het liefst?
Ik lees elke strip die ik tegenkom, maar het meest kan ik genieten van Asterix en Lucky Luke.
8. Hoe komt u steeds op nieuwe ideeën voor uw strips? Of bedenkt iemand anders die?
Ik bedenk al mijn strips zelf, en ik bedenk strips voor anderen. Meestal begin ik met een onderwerp, bijvoorbeeld “Nieuwe aardappelen”. En dan begin ik gewoon na te denken over wat daarmee kan gebeuren net zolang tot ik iets grappigs daarmee bedacht heb. (“Opa koopt nieuwe aardappelen van een andere boer om ze zelf te kunnen verkopen”) Maar alleen de grap is nog niet genoeg, daarna moet ik bedenken hoe ik de grap het beste kan vertellen.
9. Voor welke doelgroep maakt u vooral strips?
Elke strip wordt gemaakt voor de lezers van het blad waar de strip in staat.
10. Hoe lang bent u gemiddeld bezig met een strip van 1 A4?
Een Opa-strip kan ik bedenken, schetsen, inkten en inkleuren in 1 dag, als het moet. Maar meestal ben ik er 2 tot 3 dagen mee bezig. Tussendoor bedenk ik dan strips voor anderen, of ik doe de was, of ik haal de kinderen van school, of ik zit gewoon wat te niksen.